Een werknemer kan onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op een Ziektewetuitkering (ZW-uitkering) voor het deel aan urenverlies door afloop van de tijdelijke urenuitbreiding, waarbij het dienstverband wordt voortgezet.
Voorbeeld
Een werknemer heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van 16 uur per week. Vanwege vervanging van een collega die ouderschapsverlof opneemt, wordt bovenop de bestaande arbeidsovereenkomst een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten met werknemer voor de periode van 1 januari 2019 tot 1 juni 2019 met een omvang van 8 uur per week. In feite is er sprake van een tijdelijke urenuitbreiding van 8 uur per week in dezelfde werkzaamheden tegen hetzelfde salaris als waarvoor de werknemer al voor 16 uur per week werkte. Werknemer wordt op 1 maart 2019 ziek. Tijdens ziekte komt de extra arbeidsomvang voor bepaalde tijd, te weten op 1 juni 2019, van rechtswege te vervallen wegens het verloop van de tijd waarvoor deze afspraken waren gemaakt. De arbeidsovereenkomst met een omvang van 16 uur wordt voor onbepaalde tijd voortgezet . Kan de werknemer aanspraak maken op een Ziektewetuitkering over de 8 uur?
Oude situatie voor 18 augustus 2016
Bepalend om in aanmerking te komen voor een Ziektewetuitkering is de invulling van het begrip dienstbetrekking. In de jurisprudentie is hier lange tijd geen eenduidig antwoord op gegeven. Aangenomen werd dat een werknemer geen aanspraak heeft op een WW-uitkering of een ZW-uitkering als er sprake is van een tijdelijke urenuitbreiding als de werknemer voor deze tijdelijke extra-uren hetzelfde uurloon ontving en dezelfde werkzaamheden verrichte waarbij dezelfde arbeidsvoorwaarden van toepassing waren.
Nieuwe situatie vanaf 18 augustus 2016
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in een uitspraak van 18 augustus 2016 een ander oordeel gegeven. In deze uitspraak was het de vraag of van twee afzonderlijke dienstbetrekkingen bij één werkgever gesproken kon worden en of er na het eindigen van de tijdelijke overeenkomst een uitkeringsrecht is ontstaan op grond van de Ziektewet. De CRvB oordeelt in deze situatie van wel. Volgens de CRvB heeft een werknemer aanspraak op een Ziektewetuitkering voor het urenverlies van 8 uur per week als voldaan is aan de volgende twee voorwaarden:
I. Voor de tijdelijke urenuitbreiding is een aparte arbeidsovereenkomst gesloten waarin duur en omvang zijn opgenomen, en
II. In deze arbeidsovereenkomst is bepaald waarom een tijdelijke arbeidsovereenkomst is aangegaan, bijvoorbeeld vanwege vervanging van een zieke collega of collega met zwangerschapsverlof.
Als aan deze twee voorwaarden is voldaan, dan dient de werkgever de zieke werknemer op de laatste werkdag van de tijdelijke arbeidsovereenkomst ziek te melden bij het UWV. De werknemer heeft in dat geval aanspraak op een Ziektewetuitkering over de 8 uur vanaf de eerste dag na afloop van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, ongeacht de omvang van het urenverlies (dus ook bij minder dan 5 uur) en ongeacht de duur van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Dit geldt ook als de medewerker op basis van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd hetzelfde uurloon ontvangt en dezelfde werkzaamheden verricht als op basis van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Met deze uitspraak heeft de CRvB een einde gemaakt aan eerdere uitgangspunten dat geen afzonderlijke dienstbetrekkingen kan worden aangenomen ‘indien de extra uren niet wezenlijk verschillen van de binnen de contractueel vastgelegde arbeidsduur, terwijl ook geen verschillende arbeidsvoorwaarden gelden’. Volgens de CRvB is er wel sprake van een splitsing in twee dienstbetrekkingen als aan bovengenoemde twee voorwaarden is voldaan.
Conclusie
Gelet op de twee voorwaarden die de CRvB in zijn uitspraak heeft gesteld, kan werknemer in het gegeven voorbeeld aanspraak maken op een Ziektewetuitkering voor het deel aan urenverlies door afloop van de tijdelijke urenuitbreiding, terwijl het dienstverband voor onbepaalde tijd wordt voortgezet. Voor de omvang van 16 uur per week dat de werknemer voor onbepaalde tijd in dienst blijft, heeft de zieke werknemer recht op loondoorbetalingsverplichting op basis van artikel 7:629 BW. Op de werkgever en de werknemer rust er een re-integratieverplichting voor de omvang van 16 uur per week tenzij de werkgever eigen risicodrager is voor de Ziektewetuitkering, dan kan er een re-integratieverplichting bestaan van 16 uur + 8 uur.