Op 22 oktober 2019 oordeelde het Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg Den Haag (hierna: RTG) dat verweerster, psychiater werkzaam bij de crisisdienst, zonder toestemming het medisch dossier van klager mocht raadplegen om de situatie van een (mogelijke) crisispatiënt zo goed mogelijk te beoordelen in het belang van de gezondheid en veiligheid van de patiënt, hulpverleners en ketenpartners.
Verweerster werd benaderd door een ambulant psychiatrisch verpleegkundige (hierna: verpleegkundige) om mee te denken over het te volgen beleid ten aanzien van klager, die eerder in behandeling is geweest vanwege schizofrenie, omdat hij door zowel de woningbouwvereniging als door de politie was aangemeld voor bemoeizorg. In samenspraak met de verpleegkundige werd besloten dat een zogenoemde ‘vooraanmelding’ geïndiceerd was. Na dit besluit heeft verweerster het medisch dossier van klager geraadpleegd, waarbij zij zich heeft beperkt tot informatie die relevant is ter voorbereiding op een mogelijke crisisbeoordeling.
Bemoeizorg kenmerkt zich door multidisciplinaire samenwerking tussen zorgaanbieders, waarbij geregeld uitwisseling van patiëntgegevens nodig is. Het is niet altijd mogelijk om vooraf toestemming van betrokkene te verkrijgen. In de bemoeizorg geldt het toestemmingsvereiste voor inzage in het medisch dossier onverkort. Niet zomaar kan worden uitgegaan van veronderstelde toestemming.
Het bijzondere karakter van bemoeizorg brengt mee dat er omstandigheden kunnen zijn waardoor toestemming van de betrokkene niet vooraf gevraagd of afgewacht hoeft te worden. In deze zaak zag het RTG in de geplande aanhouding van klager en de door de verpleegkundige geschetste psychische gesteldheid voldoende aanleiding om zonder toestemming van klager inzage door de psychiater in het in het medisch dossier van klager te rechtvaardigen. Gerechtvaardigde inzage zonder toestemming vereist een deugdelijke motivering.
Voor medewerkers die actief zijn in de bemoeizorg is het goed om te weten dat het RTG in deze zaak oordeelt dat de Handreiking Gegevensuitwisseling in de bemoeizorg (hierna: handreiking), naar analogie kan worden toegepast op vooraanmeldingen. Verweerster heeft gehandeld conform deze handreiking en daarmee heeft zij, ondanks dat er geen behandelrelatie tussen klager en verweerster bestond, niet in strijd gehandeld met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. Gezien de complexiteit van de bemoeizorg en daarmee de toepasbaarheid van gezondheidsrechtelijke wet- en regelgeving, is het oordeel van het RTG omtrent de toepasselijkheid van de handreiking bevredigend.
Tot slot, goede documentatie is ook in de bemoeizorg van wezenlijk belang. Aantekeningen in het medisch dossier waarom geen toestemming wordt gevraagd wordt wenselijk geacht, dat volgt ook uit de onderhavige uitspraak. Mede gezien het feit dat het om een vooraanmelding ging en dat door verweerster geen verdere gegevensuitwisseling heeft plaatsgevonden achtte het RTG het ontbreken van de aantekening niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
De uitspraak bevestigt dat deugdelijke dossiervoering te allen tijde raadzaam is. De crisisdienst dient dan wel een oplossing te vinden voor de plaats waar die aantekeningen worden geregistreerd. Als de vooraanmelding niet tot daadwerkelijke crisisbeoordeling leidt, dan wordt het dossier in de regel niet heropend om enkel die aantekeningen weg te schrijven.