Zijn ZZP’ers de oorzaak van ongelijkheid in beloning en hoog personeelsverloop? Wie draait de impopulaire diensten? Wacht niet op een oplossing maar kom zelf in actie met deze maatregelen.
Over de opmars van ZZP’ers in de zorg is veel te doen. Het zorgveld klaagt over een aantal negatieve gevolgen. Schaarste op de arbeidsmarkt creëert onderhandelingsruimte en ZZP’ers stellen eisen: een hoger honorarium dan het CAO-salaris en impopulaire diensten worden niet gedraaid. Vaste medewerkers krijgen minder betaald voor hetzelfde werk en moeten met minder collega’s de impopulaire diensten draaien. Door overbelasting van het team dreigt een verhoogd risico op ziekteverzuim. En, ZZP’ers werken ontwrichtend voor de teamspirit.
Over de gevolgen wordt veel geschreven, over de maatregelen veel minder. Het gaat zorgprofessionals niet alleen om een hoger inkomen. Macro bezien moet het probleem bij de kern worden aangepakt. Meer gekwalificeerd personeel opleiden en behouden is een duurzame oplossing, maar dat duurt nog jaren. Maatregelen op kortere termijn zijn er ook. Een aantal daarvan kunt u direct nemen, voor andere maatregelen moet buiten de bestaande conventies worden gedacht.
U weet waar in uw organisatie sprake is van overcapaciteit. Ga in gesprek met de medewerkers over (gedeeltelijke) inzet op onderdelen met ondercapaciteit. Zeker bij tijdelijke inzet elders vindt u hiervoor steun in de CAO’s. En maak het vaste medewerkers aantrekkelijker. Verminder enerzijds de regeldruk voor vaste medewerkers (minderen vergaderingen, faciliteren secretariële ondersteuning). Houdt anderzijds de ZZP’ers zoveel mogelijk buiten het team waardoor vaste medewerkers de diepgang vinden in hun contacten met collega’s.
Zorgverzekeraars zijn niet bereid om meer te betalen voor dure ZZP’ers. Wel kunnen in de zorginkoopcontracten beperkende afspraken worden gemaakt over de inzet van ZZP’ers. Als dat collectief wordt vormgegeven kunnen ZZP’ers hun hoge tarieven niet meer kwijt en zijn zij gehouden tot het doen van impopulaire diensten.
Veel CAO’s binnen de zorg kennen wat beloning betreft nog een standaardkarakter. Er mag niet ten nadele en niet ten voordele van de medewerker worden afgeweken om concurrentie op inkomen te voorkomen. De opkomst van ZZP’ers dwingt tot heroverweging. Zoals toestaan dat in sommige situaties (tijdelijk) een hoger salaris wordt betaald om de ‘vlucht naar het ZZP-schap’ te ontmoedigen. Of juist specifiek voor ZZP’ers geschreven bepalingen waaraan werkgevers zich eenzijdig binden.
Naast kwaliteitseisen kan dan worden gestuurd op maximum beloning en bereidheid tot het draaien van impopulaire diensten. Combineer dit, binnen de kaders van het mededingingsrecht, tot het inrichten van een ‘marktplaats voor zorg ZZP’ers’. Vraag en aanbod verloopt zorgbreed nog enkel via dat platform en een match kan alleen plaatshebben binnen de hiervoor beschreven uitgangspunten.
Het non-concurrentiebeding kan bijdragen aan een rem op het ‘wegkopen’ van zorgprofessionals. De professional wordt dan in een (veel) hogere schaal ingedeeld bij de nieuwe werkgever. Niet het verbod om elders te gaan werken is de insteek van een te introduceren beding (vrije zorgkeus staat voorop), wel het reguleren van de voorwaarden waaronder de overstap wordt gemaakt.
Het zijn juist de jongere en meer flexibele zorgprofessionals die kiezen voor het ZZP-schap. Als werkgeversorganisaties te lang stilzitten op dit vlak riskeren zij verlies aan draagvlak. Het zet de deur open voor de oprichting van nieuwe belangenbehartigers voor zorginstellingen en de komst van alternatieve (regionale) zorg CAO’s. Vooral in de periferie knelt het.
Stilzitten hoeft dus niet. Er is voldoende tegenmacht te bieden voor de onderhandelingsruimte aan de aanbodzijde.