Loondoorbetaling tijdens corona

Heeft een werknemer tijdens een (vakantie)quarantaine recht op loon? 04 december 2020

Corona heeft als gevolg dat het werk vaak niet kan doorgaan als gebruikelijk. Werk valt weg of de werknemer kan zijn werk niet verrichten. Heeft de werknemer recht op loondoorbetaling als hij niet kan werken?

Heeft een werknemer tijdens een (vakantie)quarantaine recht op loon?

Een zieke werknemer die in quarantaine moet blijven, heeft recht op doorbetaling van loon. De gebruikelijke regels waarbij een werknemer tijdens ziekte zijn loon behoudt, zijn in deze situatie onverkort van toepassing. Het recht op loondoorbetaling geldt ook voor de werknemer die niet ziek is maar wel in quarantaine moet blijven (bijvoorbeeld omdat hij wacht op een test(uitslag) of omdat een huisgenoot klachten heeft). Echter, in dit geval ontvangt de werknemer zijn loon niet op basis van de loondoorbetalingsregels bij ziekte. In deze situatie moet het loon aan de werknemer worden doorbetaald omdat deze quarantaine niet voor zijn risico komt (en daarmee automatisch voor rekening van diens werkgever komt). Anders ligt het voor de werknemer die bewust op vakantie is geweest naar een land met code oranje en na terugkeer in quarantaine moet blijven. Deze situatie wordt wél geacht in de risicosfeer van de werknemer te liggen. Kan de werknemer zijn werk niet vanuit huis verrichten, dan hoeft de werkgever geen loon door te betalen. Wel moet de werkgever duidelijk hebben gemaakt dat de werknemer geen recht zal hebben op loondoorbetaling indien deze tijdens of na de vakantie in quarantaine moet blijven. In de situatie dat de kleur tijdens diens vakantie is veranderd, ligt dat anders. In dat geval komt het risico van niet kunnen werken weer voor rekening van de werkgever. Wettelijk vertrekpunt is immers dat de gebeurtenis die in de weg staat van werk voor rekening van de werkgever komt, tenzij het voor rekening van de werknemer moet komen.

Bestaat een recht op thuiswerken voor (kwetsbare) medewerkers?

Momenteel geldt de regel ‘Werk zoveel mogelijk thuis, tenzij het niet anders kan’. Veel werkzaamheden op de scholen kunnen echter niet vanuit huis worden verricht. Hoewel van de werkgever een meewerkende houding wordt verwacht als het gaat om het (deels) faciliteren van thuiswerk, bestaat er geen absoluut recht voor medewerkers om thuis te werken, ook niet in tijden van corona. Als de werkgever het verzoek niet inwilligt, dient de werkgever dit met de werknemer te bespreken.

Voor kwetsbare medewerkers gelden geen andere regels. Het RIVM hanteert als uitgangspunt dat zo lang er consequent en volgens de bestaande richtlijnen/procedures van de organisatie wordt gewerkt (naast de richtlijnen van het RIVM) en ‘oncontroleerbare situaties’ worden vermeden, ook een kwetsbare werknemer in principe zijn eigen werk kan blijven doen. De bedrijfsarts kan wel een advies geven. Dit advies dient uiteraard betrekking te hebben op de medische situatie van de werknemer en niet – zoals nogal eens wordt gesignaleerd in mijn praktijk – op de vraag of werkzaamheden al dan niet vanuit huis kunnen worden verricht. Dit laatste stelt de werkgever vast; niet de werknemer of de bedrijfsarts. Vanzelfsprekend dient de werkgever zijn standpunt dat de werkzaamheden op school moeten worden verricht wel te kunnen onderbouwen alsook dat hij adequate veiligheidsmaatregelen heeft getroffen. Het is in dat geval aan de werknemer om te onderbouwen waarom hij niet kan werken.