Het staat een zorgverlener tegen, wie een (tucht)klacht wordt ingediend, vrij om bij het voorbereiden van een verweer op die klacht, de inhoud te raadplegen van het dossier waartoe hij toegang had ten tijde van het handelen waarop die klacht betrekking heeft. Ook als de zorgverlener op dat moment niet meer werkzaam is bij de betreffende zorginstelling. Welke gegevens uit het dossier mag de zorgverlener gebruiken voor dit verweer?
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft in de uitspraak van 13 april 2022 beschreven onder welke voorwaarden een zorgverlener gebruik mag maken van gegevens uit het dossier in het kader van zijn of haar verweer tegen een ingediende (tucht)klacht. In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan deze voorwaarden.
Van een zorgverlener wordt verwacht dat hij zich toetsbaar opstelt en, bijvoorbeeld in een wettelijk geregelde klacht- of tuchtprocedure, verantwoording aflegt over zijn professioneel handelen. Ook heeft de zorgverlener een te respecteren eigen belang om zich adequaat te kunnen verweren. Deze procedures kunnen immers leiden tot ingrijpende oordelen of maatregelen.
Een zorgverlener die een (tucht)klacht ontvangt, mag zich verweren met relevante gegevens uit het dossier waarop die klacht betrekking heeft. Het gebruik van niet-relevante gegevens levert een ongeoorloofde schending op van het medisch beroepsgeheim van de zorgverlener en privacy van de patiënt.
Welke gegevens als (niet-)relevant worden aangemerkt, is op voorhand moeilijk te beantwoorden. De volgende aandachtspunten bieden handvatten.