Na jaren van uitstel lijkt het erop dat de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA) daadwerkelijk actief gaat worden gehandhaafd. Sinds de invoering in 2016 is deze wet niet actief gehandhaafd, maar geldt tot op heden het ‘handhavingsmoratorium’.
Dit houdt in dat de Belastingdienst in gevallen van schijnzelfstandigheid een aanwijzing aan opdrachtgevers kan geven, maar in beginsel géén naheffingsaanslag of boete oplegt. Vanaf 1 januari 2025 geldt dat handhavingsmoratorium niet meer en gelden de ‘normale regels’. Dit brengt nieuwe uitdagingen mee voor ondernemers en zelfstandigen in Nederland, die al maanden anticiperen en speculeren op wat deze veranderingen voor hen zullen betekenen. Tegelijkertijd wordt wetgeving voorgesteld – de Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) – op basis waarvan het onderscheid in arbeidsrelaties gemaakt kan worden. Nog niet bekend is wanneer deze regels in werking treden, maar duidelijk is dat dat niet eerder dan 1 januari 2026 het geval zal zijn. Wel heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen dat vóór 1 november 2024 een duidelijk afwegingskader voor handhaving wordt gepubliceerd op de website van de Belastingdienst. In dit eerste deel van een reeks blogs bespreken wij de wet DBA en het begrip schijnzelfstandigheid.
Let op: deze blog is op 7 oktober 2024 opgesteld op basis van de meest actuele informatie. Aangezien wet- en regelgeving snel kan veranderen, kunnen juridische kaders en handhavingsrichtlijnen op het moment van raadpleging van dit document mogelijk zijn aangepast. Het is raadzaam om regelmatig de laatste wet- en regelgeving te controleren en bij twijfel professioneel juridisch advies in te winnen. De informatie in dit document vormt geen juridisch bindend advies en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
De Wet DBA is in het leven geroepen om schijnzelfstandigheid te bestrijden. Schijnzelfstandigheid ontstaat kortgezegd wanneer een zzp’er op papier als zelfstandige wordt ingehuurd, terwijl hij of zij feitelijk werkt als een werknemer in loondienst. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie tussen zzp’ers en werknemers. Werkgevers besparen op loonkosten en belastingafdrachten, terwijl zzp’ers profiteren van fiscale voordelen, zoals de zelfstandigenaftrek. Dit is voordelig voor beide partijen, maar heeft volgens het kabinet grote nadelen voor de arbeidsmarkt en de schatkist. De wet DBA draagt eraan bij dat werkgever en werknemer gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor afspraken over en de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie.
Maar wat maakt iemand nou precies een schijnzelfstandige? Dat is zelfs voor experts een niet makkelijk te beantwoorden vraag. De Belastingdienst zal de nadruk leggen op fiscale beheersing van wet en jurisprudentie en een aantal criteria hanteren om te bepalen of sprake is van zelfstandigheid. Een ondernemer moet bijvoorbeeld de financiële risico’s zelf dragen, verantwoordelijk zijn voor eigen gereedschap en materialen, en specifieke kennis of vaardigheden hebben die het inhurende bedrijf zelf niet in huis heeft. Daarnaast moet sprake zijn van een tijdelijke opdracht of beperkt aantal uren per week.
Aangetoond moet kunnen worden dat sprake is van ondernemerschap, bijvoorbeeld door het hebben van meerdere opdrachtgevers, het actief werven van klanten, het doen van investeringen en het voeren van een eigen administratie.
Als een zelfstandige niet aan de criteria van ondernemerschap voldoet, kan sprake zijn van schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst kan de arbeidsrelatie dan herkwalificeren. Dit houdt in dat de arbeidsrelatie vanuit fiscaal- en sociaalzekerheidsrechtelijk oogpunt wordt aangemerkt als dienstbetrekking, terwijl het op papier gaat om een overeenkomst van opdracht. Het herkwalificeren van een arbeidsrelatie kan ingrijpende gevolgen hebben voor zowel de opdrachtgever als opdrachtnemer. Als gevolg van de herkwalificatie zijn zij immers werkgever en werknemer. De mogelijke gevolgen van handhaving op schijnzelfstandigheid op een rij:
Gevolgen schijnzelfstandigheid opdrachtgever
Gevolgen schijnzelfstandigheid zelfstandige
Let op: beleid Belastingdienst
Nederland kent op dit moment circa 1,6 miljoen zelfstandige ondernemers en de naderende handhaving zorgt zowel onder hen als hun opdrachtgevers voor onrust. Veel bedrijven weten niet zeker of ze straks nog wel gebruik kunnen of willen maken van zelfstandigen zonder risico te lopen op naheffingen, boetes en/of correctieverplichtingen. De deadline van 1 januari 2025 zorgt bovendien voor extra druk. De Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN) meldt dat zelfstandigen nu al opdrachten kwijtraken door de onduidelijkheid. Bedrijven weten niet of hun samenwerking met zzp’ers straks nog wel legaal is en kiezen daarom liever voor zekerheid.
Eerder dit jaar maakte het kabinet bekend te stoppen met het beoordelen van nieuwe modelovereenkomsten en het gebruik ervan geleidelijk af te bouwen. Echter de Tweede Kamer heeft recent een motie aangenomen waarin is vastgelegd dat de regering het vooroverleg over de beoordeling van arbeidsrelaties blijft ondersteunen om vooraf meer duidelijkheid te bieden. Daarnaast blijven reeds goedgekeurde modelovereenkomsten effectief van kracht na 1 januari 2025.
De komende maanden zijn cruciaal voor de relatie tussen opdrachtgevers en zzp’ers. Terwijl het kabinet zich voorbereidt op een soepele overgang, moeten ondernemers zich bewust zijn van de risico’s die de nieuwe wet met zich brengt. Voor bedrijven die vaak met zelfstandigen werken, is het van belang om nu te bekijken of hun samenwerkingen voldoen aan de criteria van de Belastingdienst. Uiteraard is het ook van belang om tijdig rekening te houden met nieuwe wetgeving die mogelijk per 1 januari 2026 van kracht wordt. Partijen doen er dus goed aan om hun huidige werkwijze en contracten zorgvuldig tegen het licht te houden en waar nodig aan te passen. Doe je dat niet, dan loop je het risico op controles, boetes en juridische procedures.
Ontwikkelingen op het gebied van schijnzelfstandigheid kunnen zich de komende maanden snel opvolgen. Uiteraard blijven wij dit onderwerp met veel interesse voor u volgen. Vragen over het bovenstaande of hulp nodig bij de beoordeling van de arbeidsrelatie? Of interesse in een up-to-date cursus over dit onderwerp op 28 november 2024? Neem dan gerust contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten.
Klik hier voor meer informatie