Wetsvoorstel compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid aangenomen

16 augustus 2018

Vlak voor het zomerreces heeft zowel de Tweede Kamer (op 5 juli 2018) als de Eerste Kamer (bij hamerstuk op 10 juli 2018) ingestemd met het wetsvoorstel voor de compensatie van de transitievergoeding bij ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid.

Terugwerkende kracht

De wet treedt naar verwachting in werking per 1 april 2020, maar krijgt terugwerkende kracht. Dat geldt voor transitievergoedingen die zijn betaald op of na 1 juli 2015 bij beëindiging of niet voortzetting van arbeidsovereenkomsten wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. De compensatie wordt gefinancierd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) en zal leiden tot een (kleine) premieverhoging voor werkgevers.

Aanvraag compensatie: binnen zes maanden

Werkgevers kunnen de compensatie, nadat de wet in werking is getreden, bij UWV aanvragen binnen zes maanden na betaling van de volledige (transitie)vergoeding aan de werknemer die langer dan twee jaar arbeidsongeschikt is. Zo blijkt uit het gepubliceerde concept van de ministeriële Regeling compensatie transitievergoeding, dat een nadere uitwerking van het nieuwe artikel 7:673e BW bevat. Uitgangspunt is dat UWV binnen acht weken een beslissing neemt. Tegen deze beslissing staat bezwaar en beroep open. De compensatie kan worden verstrekt zowel na opzegging, ontbinding, niet verlengen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst of in het geval van een beëindigingsovereenkomst.

Compensatie voor ‘oude’ gevallen (terugwerkende kracht)

Compensatie is ook mogelijk voor oude gevallen (vanaf 1 juli 2015). Dus werkgevers die vóór inwerkingtreding van de wet een (transitie)vergoeding wegens langdurige arbeidsongeschiktheid hebben betaald. Aanvraag is voor die gevallen mogelijk tot uiterlijk zes maanden nadat de wet van kracht is geworden. Uitgaande van een inwerkingtreding per 1 april 2020 betekent dit dat de compensatie voor oude gevallen uiterlijk op 30 september 2020 moet worden aangevraagd. Aanvragen die te laat worden gedaan, worden niet in behandeling genomen. De beslistermijn van UWV bedraagt voor oude gevallen zes maanden na ontvangst van de aanvraag (in verband met de ‘bulk’ aan aanvragen die wordt verwacht na inwerkingtreding van de wet).

Door UWV benodigde documenten

UWV zal een formulier ontwikkelen waaruit blijkt welke informatie UWV nodig heeft voor het kunnen beoordelen van de aanvraag. Daarbij valt in ieder geval te denken aan:

  • de arbeidsovereenkomst;
  • bescheiden waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (denk aan de beschikking van UWV met toestemming voor opzegging, de beschikking van de kantonrechter die de arbeidsovereenkomst ontbindt of een beëindigingsovereenkomst/vaststellingsovereenkomst);
  • indien de arbeidsovereenkomst op andere wijze is geëindigd dan via opzegging na toestemming van UWV, een verklaring van de werkgever dat de werknemer ziek was op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigde, de periode waarin de werknemer ziek is geweest en de naam van de behandelend bedrijfsarts die de ziekte heeft vastgesteld;
  • het door de werkgever tijdens ziekte betaalde loon (aan de hand van loonstroken);
  • de gegevens die gebruikt zijn om de hoogte van de (transitie)vergoeding te berekenen;
  • bewijs van betaling van de (transitie)vergoeding.

Ondanks dat inwerkingtreding van de wet nog enige tijd weg is, is het wel van belang voor werkgevers om nu al vast de juiste informatie te bewaren om te zijner tijd een compensatie te kunnen aanvragen met terugwerkende kracht. Houd er rekening mee dat dit bij een kort na 1 juli 2015 betaalde transitievergoeding dus ook nog gaat om gegevens uit 2013 en 2014 (of zelfs 2012 indien er een loonsanctie was opgelegd).

Wat is verder nog belangrijk om te weten?

Bij het sluiten van een beëindigingsovereenkomst bestaat er geen wettelijke verplichting om de transitievergoeding te betalen. Partijen zijn vrij om een vergoeding af te spreken. Ook voor deze vergoeding kan een werkgever straks een compensatie ontvangen, maar wel gemaximeerd op het bedrag van de transitievergoeding. Bij het formuleren van de reden voor ontslag in de beëindigingsovereenkomst is het, om in aanmerking te komen voor de compensatie, van groot belang dat de langdurige arbeidsongeschiktheid expliciet als ontslagreden wordt genoemd.

De te ontvangen compensatie kan niet hoger zijn dan het bedrag aan wettelijke transitievergoeding dat verschuldigd zou zijn direct na het verstrijken van de loondoorbetalingsverplichting van twee jaar. Indien de werkgever pas op een later tijdstip overgaat tot beëindiging, bijvoorbeeld omdat er door UWV een loonsanctie is opgelegd, dan wordt dus niet het gehele bedrag van de transitievergoeding gecompenseerd.

Op dit moment kiezen werkgevers er soms voor om het dienstverband met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer slapend te houden om op die manier geen transitievergoeding te hoeven betalen. Aan een slapend dienstverband zijn echter ook risico’s verbonden. Nu het zeker is dat de compensatie voor de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid wordt ingevoerd, zal aan deze praktijk naar verwachting een einde komen.