Appartement verhuren aan een woongroep, mag dat?

12 november 2018

In een poging het verbod in de splitsingsakte te omzeilen, werden per kamer niet losse huurovereenkomsten gesloten, maar één huurovereenkomst met een woongroep van vier of vijf personen. Lees meer over deze recente uitspraak.

Omzeilen verbod kamersgewijs verhuren

Het kamersgewijs verhuren van een appartement stuit nogal eens op het bezwaar omdat in splitsingsaktes vaak een verbod op het kamersgewijs verhuren staat. Dat sommige eigenaren dat verbod alsnog proberen te omzeilen, blijkt uit de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam 21 september 2018.

In dit geval was in de akte van splitsing bepaald dat het niet is toegestaan het appartement ’te exploiteren als pension- of kamerverhuurbedrijf’. Een van de eigenaren ging toch over tot verbouwing van zijn appartement, zodat daar vier (slaap)kamers van min of meer gelijke omvang en gemeenschappelijke voorzieningen ontstonden. Ook was bij de gemeente een vergunning aangevraagd om van het appartement vier onzelfstandige woonruimten te maken.

In een poging het verbod in de splitsingsakte te omzeilen, werden per kamer niet losse huurovereenkomsten gesloten, maar één huurovereenkomst met een woongroep van vier of vijf personen. Deze woongroep was volgens de eigenaar in een zekere mate gelijkgestemd en er bestond een zekere band tussen de leden van die zogenaamde woongroep. De vraag: mag dat?

Uitspraak

Nee, zei de rechter. De rechter legde daarbij eerst uit dat het begrip ‘kamerverhuurbedrijf’ eigenlijk een wat verouderd begrip is. Daarom moet het verbod op exploitatie van een kamerverhuurbedrijf zo worden uitgelegd dat een appartement niet kamergewijs mag worden verhuurd.

Dat de eigenaar aan de huurovereenkomst een andere vorm gaf, door niet per kamer te verhuren, maar door met de vier bewoners samen (de zogenaamde woongroep) één huurovereenkomst aan te gaan, maakt dat niet anders. De eigenaar handelt zo nog steeds in strijd handelt met het verbod op kamergewijze verhuur. Voor de manier waarop het appartement wordt bewoond en de gevolgen die dat heeft voor de VvE en haar leden, maakt het immers niet uit of sprake is één of vier huurovereenkomsten. In beide gevallen wordt het appartement feitelijk kamergewijs in de markt gezet en verhuurd. Je kunt iets een kat noemen, maar als het blaft is het een hond.

Als een verbod op kamergewijze verhuur in de akte van splitsing is opgenomen, is een situatie die feitelijk leidt tot kamergewijze gebruik dus niet toegestaan. Mocht hiervan toch sprake zijn, dan kan de VvE daartegen optreden.