Tot 1 januari 2025 werden ggz-aanbieders op grond van de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg verplicht om op hun facturen de DSM-hoofdgroep of het GB GGZ-profiel van de patiënt te vermelden.
Het doel van deze Regeling was het stellen van voorschriften voor de geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg op het gebied van de registratie, administratie, declaratie en informatie. Deze Regeling is per 1 januari 2025 komen te vervallen.
Door het vervallen van deze Regeling bestaan er juridische risico’s voor het blijven gebruiken van de DSM-hoofdgroep of het GB GGZ-profiel op de facturen vanwege het ontbreken van de wettelijke basis per 1 januari 2025. Aan de andere kant stellen zorgverzekeraars dat deze gegevens nodig zijn om te kunnen bepalen of sprake is van verzekerde zorg. Zonder deze gegevens worden facturen niet uitbetaald door de zorgverzekeraars.
De minister van VWS benadrukt in een recent gepubliceerde brief aan de Tweede Kamer dat er gewerkt wordt aan de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering. Daarnaast geeft zij aan dat in de loop van 2025 regelgeving zal komen die het opnieuw mogelijk maakt de DSM-hoofdgroep en het GB GGZ-profiel op de facturen te vermelden. Maar wat moeten ggz-aanbieders in de tussentijd doen met hun facturen?
Onlangs hebben ZN, de branche- en beroepsorganisaties in de ggz en het ministerie van VWS een akkoord bereikt over een tijdelijke oplossing van dit probleem. Grote gecontracteerde ggz-aanbieders (met een jaaromzet van meer dan 10 miljoen euro) die vanwege het ontbreken van de wettelijke basis deze gegevens niet meer willen aanleveren en daardoor in financiële problemen (dreigen te) komen, kunnen in aanmerking komen voor bevoorschotting door de zorgverzekeraar. Voor kleinere (niet-)gecontracteerde zorgaanbieders zou deze oplossing administratief te belastend zijn. Voor deze ‘kleine’ zorgaanbieders is daarom een tijdelijke, speciale verklaring ontwikkeld waarmee patiënten tijdelijk toestemming kunnen verlenen voor het delen van hun gegevens (‘toestemmingsverklaring’). Op die manier kan dan alsnog worden gedeclareerd door de zorgaanbieder.
ZN benadrukte daarnaast eerder al dat voor het deel van de behandeling dat in 2024 is geleverd, maar nog niet gedeclareerd, de oude regeling nog van toepassing is. Dit betekent dat die zorg wel nog kan worden gedeclareerd volgens de voorwaarden die tot 1 januari 2025 golden.