Het wetsvoorstel omvat onder meer een maximale duur van 12 maanden, een verplichte vermelding van de geografische reikwijdte en motivering in arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Werkgevers moeten bij inroepen van het beding een vergoeding betalen aan werknemers. Het kabinet onderzoekt een verbod op een concurrentiebeding voor werknemers met inkomen onder anderhalf modaal. Bestaande bedingen blijven geldig, maar nieuwe regels voor inroepen en vergoeding zijn van toepassing. Reacties op het wetsvoorstel zijn mogelijk tot 15 april 2024 via internetconsultatie.
Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het Wetsvoorstel modernisering concurrentiebeding gepubliceerd. Zoals in een eerdere blog uiteengezet, stelt het kabinet een aantal aanscherpingen voor over het kunnen sluiten en inroepen van het concurrentiebeding. Op deze manier beoogt het kabinet het aantal concurrentiebedingen terug te dringen, maar het gebruik ervan tegelijkertijd mogelijk te maken voor bedrijven die het écht nodig hebben. De hoofdlijnen zijn als volgt.
Het (nieuwe) kabinet verkent vóór komende zomer of concurrentiebedingen verboden kunnen worden voor werknemers met een inkomen minder dan anderhalf modaal salaris.
Let op: bovengenoemde voorstellen gelden óók voor het relatiebeding.
Het wetsvoorstel voorziet in overgangsrecht. Concurrentiebedingen die rechtsgeldig zijn overeengekomen vóór inwerkingtreding van dit wetsvoorstel blijven rechtsgeldig. De vormvereisten uit dit wetsvoorstel – vermelding van de periode waarin de werkgever zich op het beding kan beroepen, de geografische reikwijdte en de schriftelijke motivering bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd – gelden dus niet voor bestaande bedingen.
Wél zullen na inwerkingtreding van het wetsvoorstel op bestaande bedingen de bepalingen van toepassing zijn die zien op inroepen van het beding en betalen van een vergoeding. Dat betekent:
De genoemde punten zijn nog steeds ‘slechts’ een voorstel, maar duidelijk is in ieder geval dat veranderingen op komst zijn. Voor nu kan ervoor een periode van zes weken – tot 15 april 2024 – op het wetsvoorstel worden gereageerd via deze link.