Op 22 oktober 2025 vernietigde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) het besluit van de minister om een aanbieder van radiologische zorg geen toelating te geven. Deze uitspraak herijkt het kader rond artikel 5 WTZi ("Een instelling heeft geen winstoogmerk, behoudens de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën van instellingen.")en dwingt tot een scherpere motivering bij het hanteren van het winstverbod.
Wat speelde er?
Een Belgische radioloog wilde via een Nederlandse vennootschap radiologische zorg in Nederland aanbieden. De minister weigerde de toelating van de vennootschap, omdat de statuten naar zijn oordeel onvoldoende zouden waarborgen dat de vennootschap geen winstoogmerk heeft en geen winst uitkeert. In beroep krijgt de zorgaanbieder gelijk: de ABRvS oordeelt dat de minister het winstverbod niet coherent en consistent toepast. Daardoor is het besluit in strijd met artikel 49 VWEU (vrijheid van vestiging). Het beroep wordt gegrond verklaard en het besluit vernietigd.
Het juridische ankerpunt
Waar wringt het volgens de ABRvS? De Afdeling wijst twee inconsistenties aan.
- De minister kwalificeert radiologie als 'complexe zorg', waardoor het winstverbod zou gelden. Radiologische zorg omvat echter ook relatief eenvoudige verrichtingen, zoals röntgenfoto's bij eenvoudige botbreuken. De minister motiveert niet waarom óók die zorg als complex moet worden aangemerkt.
- Het winstverbod geldt voor zorg die binnen ziekenhuizen wordt geleverd (intramuraal), maar niet voor zorg daarbuiten (extramuraal). Vaak is ziekenhuiszorg inderdaad complexer, maar het winstverbod geldt niet wanneer een medisch specialist als zelfstandige in een ziekenhuis werkt, in plaats van in loondienst. De minister kon onvoldoende toelichten waarom de privaatrechtelijke relatie tussen ziekenhuis en specialist relevant is voor de complexiteit, kwaliteit of toegankelijkheid van zorg. Volgens de ABRvS is "historische groei" daarvoor onvoldoende.
Waarom is dit belangrijk voor de zorgpraktijk?
Het fundament onder het winstverbod voor intramurale zorg (medisch-specialistische zorg en langdurige zorg) komt zichtbaar onder spanning te staan als de toepassing niet coherent is. Daarnaast zullen nieuwe toelatingsbesluiten voortaan voorzien moeten zijn van een stevige, op de concrete situatie toegesneden motivering.
Wat betekent dit voor Wibz?
De Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) bouwt voort op het huidige winstregime en beoogt winstuitkering strikter te definiëren en aan voorwaarden te binden. Deze uitspraak maakt het lastiger om zonder nadere rechtvaardiging vast te houden aan het traditionele onderscheid tussen intra- en extramurale zorg en aan bestaande uitzonderingen voor vrijgevestigde specialisten. Het is aannemelijk dat het wetsvoorstel moet worden herijkt op coherentie en consistentie ten opzichte van de beoogde doelen: kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg.
De ABRvS legt de lat voor samenhang in het winstuitkeringsregime merkbaar hoger.
Meer informatie?
Benieuwd wat dit concreet voor jouw organisatie betekent? Team Zorg & Welzijn denkt graag met je mee.