Uit een recente uitspraak kan men concluderen dat de verplichtingen van een bestuur van een STAK richting certificaathouders in sommige gevallen verder kunnen gaan dan enkel het naleven van de administratievoorwaarden.
De gezamenlijke aandeelhouders van een B.V. of N.V. hebben normaal gesproken de hoogste zeggenschap over de vennootschap. Deze zeggenschap kunnen zij bijvoorbeeld gebruiken om bestuurders of commissarissen te benoemen of te ontslaan. Naast deze inhoudelijke zeggenschap hebben de aandeelhouders via hun aandelen een economisch belang in de vennootschap. Als de vennootschap voldoende presteert kunnen de aandelen dividend opleveren, en bij een verkoop van de aandelen kunnen de aandeelhouders winst maken.
Veel bedrijven in Nederland maken gebruik van certificering van aandelen. Door certificering van aandelen worden de zeggenschapsrechten van de aandelen juridisch afgescheiden van het economische belang dat de aandelen vertegenwoordigen. Deze techniek wordt vaak toegepast in familiebedrijven of bij ondernemingen waar het personeel deels beloond wordt door middel van (bonus)certificaten van aandelen. Door certificering van aandelen kan de zeggenschap binnen de onderneming bij een beperkt aantal personen ondergebracht worden, terwijl de economische belangen over méér partijen verdeeld kunnen worden.
Als een vennootschap (een deel van) haar aandelen gecertificeerd heeft, worden die aandelen juridisch in eigendom gegeven aan een stichting, ook wel “Stichting Administratiekantoor” of “STAK” genoemd. Het bestuur van de STAK oefent de zeggenschapsrechten op de aandelen uit. Het bestuur van de STAK moet daarbij oog hebben voor de belangen van de certificaathouders, maar dit bestuur kan in sommige gevallen ook het belang van de vennootschap bij haar beslissingen betrekken. Als de aandelen dividend of andere inkomsten opleveren, moet de STAK deze inkomsten doorbetalen aan de certificaathouders.
In de administratievoorwaarden van de STAK is geregeld welke rechten de certificaathouders hebben. Daarin kan bijvoorbeeld staan dat de certificaathouders het recht hebben om deel te nemen aan vergaderingen of om invloed uit te oefenen op het bestuur van de STAK. Deze voorwaarden worden vaak op maat gemaakt door een notaris. In sommige gevallen zijn de zeggenschapsrechten van certificaathouders volgens de administratievoorwaarden erg beperkt.
Ook wanneer certificaathouders volgens de letterlijke tekst van de administratievoorwaarden weinig zeggenschapsrechten hebben, kunnen zij voor hun positie opkomen. Wanneer het bestuur van de STAK handelt op een manier die onredelijk is tegenover de certificaathouders, hebben de certificaathouders mogelijkheden om naar de rechter te stappen. In dat soort gevallen kunnen zij bijvoorbeeld eisen dat zij meer informatie krijgen over de gang van zaken binnen de STAK en de vennootschap, of dat de rechter ingrijpt in het bestuur of raad van commissarissen van de vennootschap.
Een recent voorbeeld van een situatie waarin certificaathouders erin slaagden om de rechter te laten ingrijpen is de uitspraak van de Ondernemingskamer in de zaak rondom Steenfabriek de Rijswaard. De Ondernemingskamer overwoog in deze zaak dat het bestuur van de STAK een wettelijke zorgvuldigheidsverplichting heeft tegenover de certificaathouders. In dit concrete geval hield die verplichting óók in dat de certificaathouders tijdig van tevoren moesten worden betrokken bij belangrijke besluiten binnen de onderneming. Dat was hier onvoldoende gebeurd.
In de zaak rondom Steenfabriek de Rijswaard besliste de Ondernemingskamer ook dat de certificaathouders het recht hadden om relevante informatie te verkrijgen die door de certificaathouders schriftelijk was opgevraagd. Deze had in dit geval “ruimhartig, feitelijk en verifieerbaar” moeten zijn. Mede omdat aan die voorwaarde hier niet was voldaan, greep de Ondernemingskamer in, onder meer door een onderzoek in te stellen, een tijdelijke commissaris binnen de vennootschap aan te stellen en één van de zittende commissarissen te schorsen.
Uit de zaak rondom Steenfabriek de Rijswaard kunnen we concluderen dat de verplichtingen van een bestuur van een STAK richting certificaathouders in sommige gevallen verder kunnen gaan dan enkel het naleven van de administratievoorwaarden. Zeker in situaties waarin sprake is van zogenoemde informatie-asymmetrie (sommige partijen hebben wél kennis van belangrijke informatie, maar andere partijen niet) of dubbelfuncties (waarbij bepaalde partijen bijvoorbeeld bestuurder van de STAK én commissaris of bestuurder van de vennootschap zijn terwijl anderen alléén certificaten hebben) worden de verplichtingen van het STAK-bestuur tegenover de certificaathouders ook ingekleurd door de wettelijke redelijkheid en billijkheid.
Het team Corporate & Commercial Litigation van TeekensKarstens advocaten heeft veel ervaring met het behandelen van aandeelhoudersconflicten. De advocaten van dit team voeren regelmatig procedures bij de Ondernemingskamer, rechtbanken of arbitrage-instituten wanneer er onenigheid is tussen aandeelhouders, certificaathouders, bestuurders en/of commissarissen.