In de nasleep van publieke onthullingen over grensoverschrijdend gedrag bij onder andere The Voice of Holland, is de maatschappelijke aandacht voor ongewenst gedrag op de werkvloer sterk toegenomen. De meldingen van grensoverschrijdend gedrag nemen toe en dat leidt onder meer tot een groeiende vraag naar onderzoek uitgevoerd door externe bureaus, zonder dat de expertise en kwaliteit van dergelijke bureaus gegarandeerd is. Diverse experts uiten hun zorgen. Worden de rechten van beschuldigden in deze onderzoeken voldoende gewaarborgd, of schieten we te ver door?
Nieuwsuur heeft recent onderzocht hoe de toename van meldingen leidt tot een wildgroei aan onderzoeksbureaus. Veel bureaus die voorheen onderzoek deden naar fraude en integriteit, breiden hun diensten uit naar grensoverschrijdend gedrag. Het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag is echter van een heel andere orde: hierbij is vaak sprake van een subjectieve interpretatie en complexe onderlinge relaties tussen collega’s. Hierdoor ligt eenzijdige en onvolledige rapportage op de loer. Diverse experts waarschuwen dat sommige bureaus de noodzakelijke kwaliteiten missen. Denk onder andere aan de benodigde vaardigheden voor onderzoekers, opleidingsvereisten, certificeringen, richtlijnen voor opdrachtgevers, gedragsnormen binnen de sector en vereisten voor rapportage en transparantie. Het risico bestaat dat de belangen van beschuldigden uit het oog worden verloren.
Volgens de Arbowet heeft ook de beschuldigde recht op goed werkgeverschap. Een beschuldigde op de werkvloer heeft het recht om op de hoogte te zijn van de aantijgingen en door wie deze zijn geuit. Bovendien moet hij of zij gehoord kunnen worden en inzicht krijgen in de rapportage. In veel gevallen blijft de beschuldigde echter in onzekerheid, zeker wanneer het om een anonieme melding gaat. Zonder concrete beschuldigingen is verweer lastig. In veel gevallen vertrekt de beschuldigde werknemer bij de organisatie. Wanneer een zaak uiteindelijk bij de rechter belandt, wijst de praktijk uit dat de werkgever vaak een vergoeding moet betalen, bijvoorbeeld omdat de beschuldigingen niet bewezen zijn of er onvoldoende grond is voor ontslag. De rechter acht terugkeer naar de werkplek dan niet haalbaar vanwege de verstoorde verhoudingen.
Werkgevers moeten zich afvragen of het inschakelen van een onderzoeksbureau altijd noodzakelijk is. Waar vroeger vaak een bemiddelingsgesprek werd gestart, wordt steeds vaker een formeel onderzoekstraject ingezet, met soms onherstelbare gevolgen voor de onderlinge werkrelaties. De-escalatie en bemiddeling zouden in veel gevallen een constructiever alternatief kunnen zijn, aldus wetenschapper en jurist Caroline Raat.
Experts pleiten voor scherpere eisen aan de kennis en vaardigheden van onderzoekers. Onderzoeken moeten volgens arbeidsrechtelijke normen altijd hoor en wederhoor omvatten en voldoende opleiding vereisen, bijvoorbeeld in psychologie en interviewtechnieken. Dit zal bijdragen aan een eerlijkere behandeling van zowel de melder als de beschuldigde en kan er bovendien voor zorgen dat de rechten van beschuldigden niet zomaar uit het oog worden verloren.
Hoewel het goed is dat meldingen van grensoverschrijdend gedrag serieus worden genomen, is het essentieel om daarbij ook de belangen van de beschuldigde te waarborgen. Te vaak worden de rechten van de beschuldigde geschonden. Dit vraagt om zorgvuldig en professioneel onderzoek, waarin wederhoor centraal staat en beschuldigden niet ten onrechte veroordeeld worden. Een evenwichtige aanpak draagt bij aan een veiliger werkklimaat en beschermt zowel melders als beschuldigden tegen onrechtvaardige behandeling.