Arbeid
Schijnzelfstandigheid binnen de retail- en hospitality branche
In dit artikel bespreken we, wat deze veranderingen nu werkelijk betekenen en wat ondernemers concreet kunnen doen om de risico’s op narigheid te beperken.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Het kan niemand zijn ontgaan, met ingang van 1 januari 2025 is het zogenoemde handhavingsmoratorium van de Belastingdienst voor schijnzelfstandigheid komen te vervallen. Na jaren van uitstel gaat de Belastingdienst weer handhaven op schijnzelfstandigheid. Wordt schijnzelfstandigheid vastgesteld, dan kunnen er in beginsel correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes worden opgelegd, zonder dat eerst een aanwijzing wordt gegeven, zoals lange tijd het geval was onder het handhavingsmoratorium.
De Belastingdienst heeft aangegeven te zullen zorgen voor een ‘zachte landing’. Zo zal de Belastingdienst niet met terugwerkende kracht handhaven over de periode vóór 1 januari 2025, tenzij sprake is van kwaadwillendheid of als blijkt dat de opdrachtgever eerdere aanwijzingen van de Belastingdienst niet heeft opgevolgd. Daarnaast zal de Belastingdienst geen verzuim- en vergrijpboetes voor de kwalificatie van de arbeidsrelatie opleggen in 2025. Vanaf 2026 zullen de normale regels voor het opleggen van boetes gaan gelden.
De handhaving ten aanzien van schijnzelfstandigheid heeft mogelijk ook gevolgen voor ondernemers in de hospitality- en retailsector. In deze sector worden geregeld zzp’ers ingeschakeld. Deze zzp’ers kunnen worden mogelijk gekwalificeerd als schijnzelfstandige.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Er is sprake van schijnzelfstandigheid als iemand zich presenteert als zelfstandige, maar volgens het arbeidsrecht een werknemer is. Vastgesteld moet worden of sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek. Daarvoor dient sprake te zijn van (i) gezag, (ii) arbeid en (iii) loon.
Binnen de retail en hospitality branche werken veel bedrijven met zzp’ers, die bijvoorbeeld werkzaamheden als barista, kok, verkoopmedewerker of bezorger verrichten. Het risico op schijnzelfstandigheid is in deze situaties aanzienlijk als de constructies lang duren, de werktijden aansluiten bij de roosters voor werknemers binnen het bedrijf en als sprake is van een bepaalde mate van gezagsverhouding.
Wat zijn de gevolgen voor ondernemers?
Voor bedrijven in de hospitality en retail branche is het belangrijk om vooraf te begrijpen wat de gevolgen voor de onderneming zijn als de Belastingdienst onverhoopt oordeelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. Dit kan namelijk grote financiële gevolgen hebben. Zo kunnen er naheffingen voor loonbelasting en premies worden opgelegd en kunnen boetes worden opgelegd. Pensioenfondsen kunnen daarnaast met terugwerkende kracht bij een ondernemer aankloppen voor de afdracht van (achterstallige) pensioenpremies. Schijnzelfstandigen kunnen tot slot een beroep doen op arbeidsrechtelijke regelgeving (bijvoorbeeld loondoorbetaling bij ziekte, wettelijke vakantiedagen en vakantiebijslag, ontslagbescherming en eventuele andere arbeidsvoorwaarden die gelden op grond van een toepasselijke cao). Voor dit laatste is overigens niet vereist dat de Belastingdienst oordeelt dat sprake is van schijnzelfstandigheid.
Wat kun je doen?
Voor bedrijven die vaak met zelfstandigen werken, is het van belang om nu te bekijken of hun samenwerkingen voldoen aan de criteria van de Belastingdienst. Houd je werkwijze en contracten zorgvuldig tegen het licht en pas deze aan waar nodig. Volg daarbij het onderstaande stappenplan:
-
Controleer of de samenwerking met zelfstandigen voldoet aan de criteria van de Belastingdienst. Dit houdt in dat je duidelijk moet kunnen aantonen dat de zelfstandige daadwerkelijk als ondernemer werkt en geen werknemer is.
-
Gebruik recent ontwikkelde modelovereenkomsten. Een goede modelovereenkomst kan helpen om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Let wel op dat de praktische uitvoering daadwerkelijk in overeenstemming is met de overeenkomst.
-
Documenteer zorgvuldig. Zorg ervoor dat je alle afspraken met zelfstandigen goed vastlegt, zoals de duur van de samenwerking, het aantal uren en de risico’s die de zelfstandige zelf draagt.
-
Zorg voor een goede afweging bij het inhuren van zzp’ers. Vraag jezelf af of een zzp’er inderdaad de benodigde ondernemerskenmerken vertoont. Heeft de zzp’er meerdere opdrachtgevers, een eigen website, eigen kleding, investeringen in apparatuur en een eigen administratie?
-
Houd ontwikkelingen binnen wetgeving en jurisprudentie in de gaten. Naar alle waarschijnlijkheid zal in 2026 de Wet VBAR in werking treden. Deze wet zal meer helderheid verschaffen over de arbeidsrelaties. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van deze ontwikkelingen en pas je contracten en werkwijze hierop aan. Conclusie: ga aan de slag!