Corporate & Commercial Litigation
Bad Leaver-bepalingen in aandeelhoudersovereenkomsten
Bad leaver-bepalingen zijn een vast onderdeel van veel aandeelhoudersovereenkomsten, zeker bij bedrijven met meerdere aandeelhouders of internationale joint ventures. Maar wanneer kwalificeert een aandeelhouder nu écht als bad leaver? En hoe strikt moet je zo'n bepaling uitleggen? Het arrest van het Gerechtshof Den Haag van 28 maart 2023 (ECLI:NL:GHDHA:2023:961) biedt waardevolle inzichten voor bedrijven en instellingen die actief zijn in Nederland en daarbuiten. In dit artikel lees je wat deze uitspraak betekent voor de praktijk van het contractenrecht en geschillen over aandeelhouderschap.
Wat is een bad leaver-bepaling?
Een bad leaver-bepaling regelt dat een aandeelhouder die onder bepaalde (meestal verwijtbare) omstandigheden vertrekt, zijn aandelen tegen een lagere prijs – vaak de nominale waarde – moet aanbieden aan de overige aandeelhouders. Dit in tegenstelling tot een good leaver, die bij vertrek recht heeft op de marktwaarde van zijn aandelen. Het doel is om ongewenst gedrag te ontmoedigen en de continuïteit van de onderneming te waarborgen.
De casus: beëindiging managementovereenkomst en bad leaver-discussie
In deze zaak had een aandeelhouder via haar holding een managementovereenkomst met de werkmaatschappij. Nadat deze overeenkomst werd opgezegd wegens het ontbreken van draagvlak bij het personeel, vorderde de vennootschap overdracht van de aandelen tegen nominale waarde, met een beroep op de bad leaver-bepaling in de aandeelhoudersovereenkomst.
De aandeelhouder stelde dat er geen sprake was van een bad leaver-situatie, omdat de managementovereenkomst niet was ontbonden maar opgezegd. Volgens haar was de sanctie van bad leaver te zwaar en moest de bepaling strikt worden uitgelegd.
Juridische overwegingen: uitleg van de bad leaver-bepaling
Het hof moest beoordelen of het einde van de managementovereenkomst door opzegging wegens het ontbreken van draagvlak, gelijkstaat aan een bad leaver-situatie zoals bedoeld in de overeenkomst. De tekst van de bepaling sprak over "ontbinding" van de overeenkomst wegens het ontbreken van draagvlak.
Het hof paste de Haviltex-maatstaf toe. Dat betekent dat niet alleen de letterlijke tekst doorslaggevend is, maar ook wat partijen over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij keek het hof onder meer naar:
- De centrale rol van het beëindigen van de betrokkenheid bij de onderneming in de bepaling.
- Het feit dat andere bad leaver-gronden geen ontbinding vereisten, maar ook opzegging konden omvatten.
- De taalkundige onvolkomenheden in de overeenkomst.
- Het ontbreken van juridische bijstand bij het opstellen van de overeenkomst.
Het hof concludeerde dat het beëindigen van de managementovereenkomst wegens het ontbreken van draagvlak – ongeacht of dit door opzegging of ontbinding gebeurt – leidt tot een bad leaver-situatie. De vennootschap mocht deze bepaling dus zo uitleggen dat ook bij opzegging wegens gebrek aan draagvlak de aandelen tegen nominale waarde moesten worden aangeboden.
Praktische lessen voor de praktijk
Deze uitspraak onderstreept het belang van duidelijke en evenwichtige contractsbepalingen. In de praktijk zien wij vaak dat aandeelhoudersovereenkomsten standaardbepalingen bevatten, zonder voldoende aandacht voor de specifieke situatie van de onderneming. Dit kan tot onbedoelde en verstrekkende gevolgen leiden bij een geschil.
Belangrijke aandachtspunten:
- Formuleer bad leaver-bepalingen zo concreet mogelijk. Geef duidelijk aan welke situaties hieronder vallen en welke gevolgen daaraan verbonden zijn.
- Let op de wijze van beëindiging. Maak expliciet of zowel opzegging als ontbinding tot een bad leaver-status kan leiden.
- Houd rekening met de Haviltex-maatstaf. De uitleg van contracten hangt niet alleen af van de tekst, maar ook van de bedoeling van partijen en de omstandigheden van het geval.
- Zorg voor juridische begeleiding bij het opstellen van aandeelhoudersovereenkomsten. Dit voorkomt onduidelijkheid en langdurige procedures.
Voorbeeld uit de praktijk
In deze zaak werd de managementovereenkomst opgezegd wegens het ontbreken van draagvlak. De aandeelhouder betwistte dat dit tot een bad leaver-situatie leidde, maar het hof oordeelde dat de bedoeling van partijen was dat elke beëindiging wegens gebrek aan draagvlak – ongeacht de juridische vorm – tot bad leaver leidt. Dit had tot gevolg dat de aandeelhouder haar aandelen tegen nominale waarde moest overdragen, een aanzienlijk financieel verschil ten opzichte van de marktwaarde.
Conclusie: wees alert op de gevolgen van bad leaver-bepalingen
Het arrest van het Gerechtshof Den Haag laat zien dat de uitleg van bad leaver-bepalingen in aandeelhoudersovereenkomsten niet alleen afhangt van de letterlijke tekst, maar vooral van de bedoeling van partijen en de context. Voor jouw bedrijf betekent dit dat je bij het opstellen of beoordelen van dergelijke bepalingen goed moet letten op de formulering en de mogelijke gevolgen bij een geschil.
Meer informatie?
Wil je meer weten over bad leaver-bepalingen, het opstellen van aandeelhoudersovereenkomsten of heb je een geschil over de uitleg van contracten? Neem gerust contact op met ons kantoor. Wij adviseren en procederen voor bedrijven en instellingen in binnen- en buitenland en zorgen voor heldere, praktische oplossingen bij complexe contractuele vraagstukken.