Publiekrecht
Raad van State wijzigt koers
Publiekrechtelijke borging wordt de norm in bestemmingsplannen
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft in een uitspraak van 9 juli 2025 (Parkhaven, Rotterdam) een opvallende koerswijziging ingezet. Hierin wordt het belang van publiekrechtelijke borging van noodzakelijke maatregelen in bestemmingsplannen benadrukt. Wat betekent deze draai voor de praktijk?
Van privaatrecht naar publiekrecht: wat is er veranderd?
Tot voor kort werd het in de praktijk vaak voldoende geacht dat een gemeente – als (toekomstig) eigenaar of beheerder van gronden – toezegde bepaalde maatregelen te treffen, of dat er privaatrechtelijke afspraken waren gemaakt. De Afdeling accepteerde dit doorgaans als voldoende waarborg voor de uitvoering en instandhouding van bijvoorbeeld een groene inrichting of geluidwerende voorzieningen.
Met de Parkhavenuitspraak wordt deze lijn verlaten: de enkele eigendomssituatie, een toezegging of privaatrechtelijke afspraken levert onvoldoende afdwingbare waarborgen op voor derden en is in strijd met de rechtszekerheid. Voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een plan noodzakelijke maatregelen moeten dus vanaf nu publiekrechtelijk worden geborgd, bijvoorbeeld via een voorwaardelijke verplichting.
Wanneer is een voorwaardelijke verplichting vereist?
De Afdeling verduidelijkt dat een voorwaardelijke verplichting alleen nodig is voor maatregelen die uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk zijn. Denk aan maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan wettelijke eisen, zoals een groene inrichting ter bescherming van cultuurhistorische waarden of een geluidwal om aan geluidsnormen te voldoen. Maatregelen die slechts bedoeld zijn als tegemoetkoming aan derden, vallen hier niet onder. Dat is goed te volgen aangezien de Afdeling steevast plannen toetst aan de 'goede ruimtelijke ordening' (onder de Omgevingswet is dat de evenredige toedeling van functies aan locaties), en in beginsel de beleidsvrijheid van de gemeenteraad respecteert.
Conclusie: Publiekrechtelijke borging centraal
De Afdeling legt de lat hoger: noodzakelijke maatregelen moeten publiekrechtelijk worden geborgd in het bestemmingsplan. Gemeenten doen er goed aan hun planregels hierop aan te passen en tijdig na te denken over de wijze van borging. Het volstaat niet meer om te vertrouwen op privaatrechtelijke afspraken of eigendomsposities. De publiekrechtelijke borging – via planregels en voorwaardelijke verplichtingen – wordt de norm.
Heb je vragen over deze uitspraak of wil je weten wat deze ontwikkeling voor jouw situatie betekent? Neem gerust contact met ons op. Wij denken graag met je mee.