De Mandatory Disclosure Rules (MDR) verplichten intermediairs en belastingplichtigen om internationale fiscale constructies onder bepaalde voorwaarden te melden bij de belastingdienst. In deze blog zetten we de belangrijkste zaken rondom de MDR-regels en de meldingsplicht op een rij.
Met de EU-richtlijn 2018/822 (ook wel DAC6-richtlijn), wordt beoogd bestaande fiscale constructies in kaart te brengen waarbij inwoners van verschillende landen zijn betrokken en die mogelijk gebruikt kunnen worden om belasting te ontwijken. Alle EU-lidstaten zijn verplicht de vastgestelde richtlijnen op te nemen in hun nationale (fiscale) wetgeving.
De onder de EU-richtlijn geldende Mandatory Disclosure Rules (MDR), verplichten intermediairs en belastingplichtigen om internationale fiscale constructies onder bepaalde voorwaarden te melden bij de belastingdienst.
De EU-richtlijn bepaalt wanneer er sprake is van een belastingconstructie die valt binnen de reikwijdte van de regeling en daardoor gemeld dient te worden.
Van een ‘grensoverschrijdende constructie’ is sprake indien het een constructie betreft die meer dan één lidstaat van de Europese Unie (een EU-lidstaat) of een EU-lidstaat met een derde land betreft. Hiernaast dient sprake te zijn van minimaal één van de volgende voorwaarden:
Het begrip ‘constructie’ dient volgens de richtlijn ruim te worden uitgelegd. Zo kan sprake zijn van een transactie, een handeling, een overeenkomst, een afspraak of een combinatie hiervan. Ook een fusie tussen een in Nederland gevestigde entiteit met een in het buitenland gevestigde rechtsvorm kan als voorbeeld worden gezien van een transactie binnen de reikwijdte van de richtlijn.
In de DAC6-richtlijn is een lijst opgenomen met wenzenskenmerken (hallmarks), indicatoren aan de hand waarvan dient te worden bepaald of inhoudelijk sprake is van een belastingconstructie die gemeld dient te worden. Enkele voorbeelden van dergelijke hallmarks zijn:
Bij bepaalde transacties geldt de aanvullende voorwaarde dat voldaan moet worden aan de ‘main benefit test’. Deze voorwaarde houdt in dat het krijgen van een belastingvoordeel het belangrijkste voordeel of een van de belangrijkste voordelen van de constructie is.
De richtlijn DAC6 geldt voor álle intermediairs, zoals belastingadviseurs, advocaten, accountants, notarissen, financieel adviseurs en trustkantoren. Op de meldingsplicht bestaan slechts twee uitzonderingen, namelijk
Naast intermediairs zijn belastingplichtigen in sommige gevallen zelf verplicht een melding te doen, namelijk indien:
De sanctie op het onterecht niet doen van en verplichte melding op basis van de DAC6-regelgeving betreft een (hoge) boete.
De meldingsplicht betekent dat intermediairs via een gegevensportaal van de belastingdienst de betreffende constructie moeten melden, inclusief gegevens over de belastingconstructie en alle daarbij betrokken partijen, de betrokken landen, de potentiële waarde van de belastingconstructie en alle overige relevante informatie.
De intermediair dient te betreffende melding te doen binnen 30 dagen nadat hij/zij tot de constructie heeft geadviseerd of deze constructie bij hem/haar bekend is geworden. Dit laatste is ook van toepassing op de belastingplichtige die betrokken is bij een dergelijke belastingconstructie.