Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat sms- en WhatsApp-berichten, ook als deze op een privételefoon staan, onder de Wob vallen.
Op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) kan een ieder een verzoek om informatie, neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid, richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf, aldus art. 3 lid 1 Wob. Op grond van deze wet kan dus iedereen, zonder dat daarvoor een specifiek belang hoeft te worden aangetoond, een verzoek om informatie richten tot een bestuursorgaan.
Uitgangspunt van de wet is openbaarheid
Voor het niet verstrekken van de informatie waarom wordt verzocht, moet een goede reden bestaan. In de artikelen 10 en 11 Wob staan de weigeringsgronden. Zo wordt geen informatie verstrekt als daardoor de veiligheid van de Staat zou kunnen worden geschaad, of als het gaat om bedrijfs- of fabricagegegevens, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld. Daarnaast vindt een belangenafweging plaats en wordt geen informatie verstrekt als het belang daarbij niet opweegt tegen bijvoorbeeld de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken personen, of de economische of financiële belangen van de Staat of andere publiekrechtelijke lichamen.
Sms- en WhatsApp-berichten over bestuurlijke aangelegenheden
De Afdeling oordeelt in een uitspraak van 20 maart jl. dat sms- en WhatsApp-berichten over bestuurlijke aangelegenheden vallen onder het begrip ‘document’ in de zin van de Wob. De Afdeling gaat nog verder: niet alleen sms- en WhatsApp-berichten die staan op werktelefoons van bestuurders of ambtenaren vallen onder de Wob, maar ook berichten die op privételefoons staan, vallen hieronder.
Berichten gelijk aan fysieke documenten
De Afdeling redeneert dat berichten over bestuurlijke aangelegenheden op privételefoons immers niet verschillen van fysieke documenten (bijvoorbeeld dossiers) die een ambtenaar mee naar huis zou nemen. Sms- en WhatsApp-berichten, die bestemd zijn voor het bestuursorgaan maar op privételefoons staan, behoren te berusten bij het bestuursorgaan. Als een wob-verzoek bij een bestuursorgaan binnenkomt, moet het daarom al het redelijkerwijs mogelijke doen om deze documenten alsnog te achterhalen. Het is aan het bestuursorgaan als werkgever om te beslissen hoe dat zal worden gedaan. Het bestuursorgaan kan werkprotocollen opstellen voor de manier waarop met zakelijke sms- en WhatsApp-berichten moet worden omgegaan. Dit raakt niet aan het privéleven van de betrokken werknemer, omdat het gaat over berichten die een bestuurlijke aangelegenheid betreffen en bestemd zijn voor het bestuursorgaan. Een andere opvatting over de Wob is volgens de Afdeling ongewenst en willekeurig in uitwerking. Bovendien zou door het versturen van berichten op de privételefoon gemakkelijk de Wob kunnen worden ontlopen.
De Afdeling benadrukt dat bestuursorganen niet bang hoeven te zijn dat geen vertrouwelijke berichten meer per sms of WhatsApp kunnen worden verstuurd. De Wob gaat namelijk alleen over zakelijke en niet over privéberichten. Bovendien blijven de weigeringsgronden van de Wob onverkort van toepassing. De Afdeling wijst er daarbij op dat bij een sms- en WhatsApp-bericht al snel sprake zou zijn van persoonlijke beleidsopvattingen in het interne debat. In dat geval kan het bestuursorgaan weigeren de gevraagde informatie te verstrekken.